- bas
- bas1 [baa]〈m.〉1 kous♦voorbeelden:1 bas sans couture • naadloze kousenbas de laine • wollen kous; 〈figuurlijk〉spaarkousbas à varices • steunkous————————bas2 [baa],basse [baas]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., bijwoord〉1 laag 〈ook figuurlijk〉 ⇒ laaggelegen, beneden-2 laaghartig ⇒ gemeen3 lager ⇒ verderop4 later (in de tijd)5 zacht ⇒ niet luid 〈van stem〉6 laag(st) ⇒ min(st), gering♦voorbeelden:1 ciel bas • laaghangende wolkenle bas monde • het ondermaansesoleil bas • laagstaande zonla basse ville • de benedenstadle malade est bien bas • de zieke is heel minnetjess'incliner très bas • heel diep buigenmettre bas • jongen 〈van dieren〉mettre bas les armes • de wapens neerleggen; 〈figuurlijk〉zich gewonnen gevenle thermomètre est tombé très bas • de thermometer is flink gezakt〈figuurlijk〉 tomber bien bas • diep zinkenmettre une maison à bas • een huis met de grond gelijkmakenà bas le fascisme! • weg met het fascisme!il sauta à bas de son lit • hij sprong uit zijn beden bas • beneden, omlaagla tête en bas • met het hoofd naar benedenil habite en bas • hij woont benedenen bas de la page • onderaan de bladzijded'en bas • van onderpar en bas • van onder (naar boven)être bas sur pattes • korte pootjes hebbenau bas de • onderaandu bas jusqu'en haut • van beneden naar bovenle bas • het laagst gelegen gedeeltele bas du visage • de onderkant van het gezichtle bas d'une montagne • de voet van een bergpar le bas • van onder (naar boven)(le) bas de gamme • goedkoopste prijsklasse; 〈als onveranderlijk bijvoeglijk naamwoord〉goedkoopstbas les pattes! • handen thuis!chapeaux bas! • hoeden af!2 basses actions • lage streken3 plus bas • verderoptrois étages plus bas • drie verdiepingen lagervoyez plus bas • zie verder5 parler bas • zachtjes spreken6 enfant en bas âge • heel jong kindau bas mot • op z'n minst, minstensle bas peuple • het lagere volkà bas prix • voor een zacht prijsje, goedkoop1. mkous2. bas/basseadj, adv1) laag2) laaggelegen3) gemeen4) verderop5) later (in de tijd)6) zacht, niet luid [stem]7) laag(st), min(st), gering
Dictionnaire français-néerlandais. 2013.